-
1 sovereign
adj. heersend, soeverein; uitmuntend, uitstekend--------n. heer, vorst, vorstin, soeverein (ook goudstuk, geldstuk van 1 pond)sovereign1[ sovrin] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————sovereign21 soeverein ⇒ onafhankelijk, autonoom2 soeverein ⇒ heersend, oppermachtig3 onovertroffen ⇒ buitengewoon; puur♦voorbeelden:2 our sovereign lord the King • onze landsheer/vorst -
2 there is no sovereign remedy for cancer yet
English-Dutch dictionary > there is no sovereign remedy for cancer yet
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский